Het maken van een portretfoto is niet gemakkelijk. Er zijn zoveel dingen waar je aan moet denken. Het is niet zomaar een kiekje maken van iemands gezicht. Een portretfoto is niet zomaar een foto. Er gaat werk en tijd in zitten om de juiste balans te vinden. Een goed oog voor detail is ook belangrijk.
Er zijn vele manieren om een portretfoto te maken. Wat heel belangrijk is dat je uitgaat van de persoon die je portretteert. Je kunt dan verschillende vragen stellen.
• Wat is het karakter van de persoon?
• Hoe is deze persoon?
• Hoe beweegt hij?
• Hoe praat hij?
• Gebruikt hij zijn gezicht?
• Gebruikt hij zijn handen?
• Wat valt je meteen op als je naar hem kijkt?
• Is hij uitbundig of op zichzelf?
• Is hij rustig, druk, wild, vrolijk, verdrietig, opvallend, enz.
• Probeer een metafoor te vinden. (Een metafoor is een vorm van beeldspraak, waarbij twee of meer ongelijke betekenissen met elkaar worden verenigd in één nieuwe betekenis. Het standaardvoorbeeld is de metafoor: de mens is een wolf.)
• Probeer het te vertalen in beeld.
• Denk hierbij ook aan de ruimte om de persoon heen. Is het binnen of buiten. Is het in een decor of gewoon een ruimte.
• Je moet denken aan het licht, de schaduw, de compositie (de indeling) van de foto en het gebruik van kleur (of het niet gebruiken hiervan maar als je zwart-wit gaat fotograferen dan wordt licht - schaduw erg belangrijk.)
• Hoe zet je de persoon neer? Kijkt hij recht in de camera, een schuin profiel, van boven of beneden gefotografeerd.
• Maak je de foto van dichtbij of van ver weg.
Het weer geeft vaak een grote stempel, vooral als je buiten fotografeert. Regen en zonneschijn, mist en zware bewolking.

